De mogelijkheden voor leerlingen met epilepsie op kleine scholen
Onderweg naar een leerling kom ik op een bekende, smalle weg, langs een kleine dorpsschool. Mijn gedachten gaan terug naar de periode dat ik hier regelmatig binnenstapte. Een aantal jaar geleden werd er een zo geheten rugzak aangevraagd vanwege de epilepsie van een van de leerlingen, Lars. De school vroeg het LWOE om ondersteuning. Een leerling was toen veel langer in begeleiding dan tegenwoordig. Er wordt nu meer vraaggericht gewerkt in plaats van langdurig volgend.
Kleine school
Lars kreeg epilepsie toen hij twee jaar oud was. Zijn ouders kozen bewust voor een kleine school in een dorp, een paar kilometer buiten hun eigen woonplaats. Het leek hen een goede en rustige omgeving voor Lars. Het was een school van ongeveer 45 leerlingen, met een kleutergroep van rond de tien kinderen. Lars kwam in een warm bad terecht. De leerkrachten waren betrokken, gaven veel persoonlijke aandacht en speelden goed in op Lars’ onderwijsbehoeften. Bovendien reageerden ze enthousiast op een uitnodiging om op de kliniek in Zwolle nog meer over epilepsie en onderwijs te leren.
Een reguliere basisschool of speciaal onderwijs
Ik had regelmatig gesprekken op school met de interne begeleider, leerkracht en ouders van Lars. Uit de resultaten van het psychologisch onderzoek bleek dat Lars eigenlijk beter op het speciaal onderwijs zou passen, maar de randvoorwaarden op deze kleine school waren vergelijkbaar met die van het speciaal onderwijs. Bovendien was deze school vlakbij en hoefde Lars geen hele dagen van huis te zijn. We volgden de ontwikkeling van Lars en stelden handelingsplannen op. Elk half jaar bespraken we of de school handelingsverlegen was, wat telkens niet zo bleek te zijn. Lars had een heerlijke tijd.
Bijna aanvalsvrij
Vanaf het debuut van de epilepsie op tweejarige leeftijd, was er een stagnatie ontstaan in de taal-spraakontwikkeling van Lars. Veel logopedie, oefenen en goede onderlinge afstemming wierpen gelukkig vruchten af. Ook werd de epilepsie van Lars stabiel na verschillende soorten medicatie. Hij had nauwelijks nog aanvallen en de helm die in groep 1 eerst nog voor de zekerheid op moest tijdens buiten spelen, kon naar huis.
Vrolijke leerling
Vanaf het begin van de basisschool kreeg Lars naast het reguliere programma extra individuele begeleiding. Dit kon elk schooljaar weer een vervolg krijgen. Aan alle kanten was er aandacht voor en betrokkenheid bij de ontwikkeling van Lars. Hij was een vrolijke leerling en hield van grapjes uithalen. Als hij juf Marjan voor de gek hield, twinkelden zijn ogen. Ook was hij gek op voetbal en ging hij met zijn vader naar de thuiswedstrijden van sc Heerenveen. In zijn eigen voetbalteam kon hij goed meekomen en hij hoorde er helemaal bij.
Tijd voor speciaal onderwijs
In groep 3 kreeg Lars erg veel aandacht. Een langere spanningsboog, concentratie en een zelfstandige werkhouding werden nieuwe doelen. In groep 4 kwam Lars voor de tweede keer bij juf Natascha. Het werd nog belangrijker om in deze combinatiegroep zelfstandig aan het werk te kunnen. Lars kon het groepsniveau niet meer volgen en kreeg een eigen leerlijn. In de klas werd dit helemaal geaccepteerd. Iedereen kende hem en niemand maakteer een punt van. Toch veranderde er iets bij Lars. Hij begon meer te merken dat hij zijn leeftijdsgenootjes niet meer bij kon houden. Sociaal emotioneel kwam er duidelijk meer afstand. Zijn jongere zusje kon inmiddels beter lezen en rekenen en hij was soms verdrietig thuis. Na goed overleg hebben we toen besloten dat de tijd gekomen was dat Lars zich beter verder kon ontwikkelen op het speciaal onderwijs. Ik heb met zijn ouders twee scholen bezocht en zij hebben uiteindelijk de knoop doorgehakt.
Passend onderwijs op een kleine school
Doordat we nu meer vraaggericht begeleiden, gebeurt langdurig volgende begeleiding zoals bij Lars nu voornamelijk alleen nog als er sprake is van een ernstig epilepsiebeeld of syndroom, waarbij de leerling sterk wisselend functioneert. Lars was daarom mijn laatste “oud-rugzak-leerling”. Bij het afscheid kreeg ik een mooie foto van hem in zijn sc Heerenveen-shirt. De situatie van Lars is een prachtig voorbeeld van passend onderwijs in de beschermde omgeving van een kleine dorpsschool. Ik hoop dat de minister van Onderwijs deze kleine scholen nog lang kan behoeden voor sluiting.