Ontwikkelingsonderzoek bij kleuters met epilepsie
Epilepsie kan bij kleuters zorgen voor een verstoring van de ontwikkeling op verschillende gebieden. Om ouders, leerkrachten en andere volwassenen die bij een kleuter betrokken zijn een duidelijk beeld te geven van wat deze leerling al wel of juist niet beheerst en of hij zich goed ontwikkelt voor zijn leeftijd, kan er ontwikkelingsonderzoek gedaan worden.
Psychologisch onderzoek en ontwikkelingsonderzoek
Kinderen met epilepsie die leer- en/of ontwikkelingsachterstanden hebben, zijn vaak al psychologisch onderzocht door een gedragswetenschapper. Bij dit onderzoek is met name gekeken naar de intelligentie. Op basis van deze resultaten weet de leerkracht nog niet wat dit betekent voor de praktijk en hoe de leerling het best begeleid kan worden. Bovendien duurt het meestal minimaal twee jaar voordat er opnieuw een psychologisch onderzoek plaats kan vinden. In de tussentijd wil de leerkracht toch graag weten hoe de ontwikkeling van de kleuter op verschillende gebieden verloopt. Om vragen over de ontwikkeling van de kleuter te beantwoorden, kan ontwikkelingsonderzoek uitgevoerd worden. Vaak wordt hiervoor gebruikgemaakt van de zogeheten kleuter observatieschaal.
Ontwikkelingsonderzoek met de kleuter observatieschaal
Bij onderzoek met de kleuter observatieschaal doet de onderwijskundig begeleider observatieopdrachten op gebieden als ruimtelijke relaties, geheugen, tijdsrelaties, motoriek, getallen-/hoeveelheidrelaties, auditieve en visuele waarneming, taal en sociale relaties met de kleuter. Voor de kleuter zijn de observatieopdrachten leuke spelletjes en werkjes die hij samen met de onderwijskundig begeleider mag doen. De observatieopdrachten zijn ingedeeld op leeftijd. Daarnaast wordt de leerkracht gevraagd om gedragsobservatielijsten over de kleuter in te vullen. Na de afname en analyse van de observatieopdrachten en de gedragsobservatielijsten kan het ontwikkelingsniveau op verschillende gebieden in beeld worden gebracht. Dit wordt gedaan aan de hand van staafdiagrammen.
Begeleiding van kleuters met epilepsie
Als de ontwikkelingsgebieden waarop de kleuter sterk en zwak presteert duidelijk in beeld zijn gebracht, kan in een gesprek met de ouders en leerkrachten gericht advies gegeven worden over begeleiding van de kleuter in de klas. Bij de observatieschaal is een lijst met speelleermaterialen per ontwikkelingsgebied opgenomen. Deze kunnen gebruikt worden om bepaalde ontwikkelingsgebieden in de klas en thuis te stimuleren. Na een periode waarin gericht met de kleuter is gewerkt om de zwakkere ontwikkelingsgebieden te verbeteren, kan de observatieschaal opnieuw worden afgenomen om te kijken hoe de ontwikkeling is gegaan.