Absence epilepsie en schoolproblemen
Alfons is een basisschoolleerling met absence epilepsie. Hoewel hij geen aanvallen meer heeft, gaat het moeizaam op school. In de pauze maakt hij vaak ruzie met zijn vrienden en zijn leerprestaties vallen tegen. Als scholingscoördinator van het LWOE ga ik samen met alle betrokkenen op zoek naar een oplossing
De impact van epilepsie op betrokken volwassenen
Wanneer een leerling met epilepsie schoolproblemen heeft, heeft dit vaak een grote impact op de volwassenen in zijn omgeving. Alfons’ moeder is de wanhoop nabij en raakt emotioneel wanneer het over de schoolproblematiek gaat. Zijn vader vindt dat Alfons wel wat harder aangepakt mag worden. De juf twijfelt aan zichzelf: ligt het aan haar dat Alfons niets lijkt bij te leren? Is het haar schuld dat zijn gedrag steeds onhandelbaarder wordt?
Absences en woedeaanvallen
Alfons zelf raakt het spoor steeds meer bijster. Hoewel hij bijna twee jaar ouder is dan zijn klasgenoten, gedraagt hij zich soms jonger. Hij baalt van zijn eigen woedeaanvallen, maar het lukt hem vaak niet om zich te beheersen. Het is niet duidelijk of de epilepsie de oorzaak is van deze problemen. De absences begonnen toen Alfons negen was. Hij kreeg het medicijn Depakine voorgeschreven. Daarna werden geen aanvallen meer gezien, maar de problematiek bleef aanhouden.
Problemen met het geheugen en automatiseren
Alfons’ intelligentie is voldoende voor een reguliere schoolloopbaan. Toch heeft hij geen fijn schooljaar achter de rug. Hij begon in groep zes, maar na een paar maanden werd hij teruggeplaatst naar groep vijf. Helaas bleek dat geen oplossing: ook in deze klas kan hij niet meekomen. Het valt op dat Alfons meer aanleg heeft voor praktische taken dan voor opdrachten die met taal te maken hebben. Ook heeft hij last van geheugenproblemen. Didactisch onderzoek laat een achterstand van twee jaar zien en bij rekenen is sprake van forse automatiseringsproblemen. Doordat Alfons niet mee kan komen in de klas, komt hij regelmatig huilend en gefrustreerd thuis uit school.
Dyslexie en moeite met plannen en organiseren
Alfons wordt een jaar lang intensief geobserveerd en onderzocht. Iedereen wil graag een verklaring en oplossing voor zijn gedrag en leerachterstand. Uiteindelijk blijken twee factoren van doorslaggevend belang. Een forse vorm van dyslexie verklaart de moeite met taal. Daarnaast blijkt dat Alfons grote problemen heeft met plannen en organiseren, doordat het voorste deel van zijn brein, een frontaalkwab, niet optimaal functioneert. In dit hersengebied zit ook zijn epilepsie. Hij heeft geen aanvallen meer, maar er worden nog wel afwijkingen gezien op het EEG.
Begrip, zelfvertrouwen en meer succes op school
Nu de oorzaak duidelijk is, krijgt Alfons meer begrip en erkenning voor zijn probleem. Dit is voor hem een grote opluchting. De leerkracht durft hem minder werk te geven, zodat hij niet altijd als laatste klaar is. Zijn vader weet nu dat Alfons niet lui is en wil hem dolgraag helpen en ondersteunen. Dit zorgt voor meer zelfvertrouwen bij Alfons. In overleg met de intern begeleider besluiten we voor Alfons in groep 7 en 8 de lesstof te selecteren die voor hem van belang is voor een goede start op het vmbo. In de laatste jaren op de basisschool bloeit Alfons op en kan hij een sterke kant ontwikkelen: hij blijkt uitstekend te kunnen omgaan met computers. Hij helpt niet alleen zijn medeleerlingen als ze vastlopen met de computer, maar ook zijn meester!
Een toekomstbeeld zonder epilepsie
Op het vmbo is Engels een groot struikelblok voor Alfons, maar hij haalt zijn diploma toch in vier jaar. Hij kan niet wachten tot hij kan beginnen aan zijn mbo-opleiding tot computerprogrammeur. Gelukkig speelt zijn epilepsie geen rol meer.