Nieuwe werkvorm in de klas verbetert prestaties van alle leerlingen
Johan is vanwege zijn epilepsie aangemeld voor begeleiding van het LWOE. Hij is leerling op een basisschool in het midden van het land. Het is een opgeruimde, goed ingerichte school met veel aandacht voor het onderwijsleerproces. Met een nieuwe werkmethode probeert de school Johans leerproblemen op te lossen.
Nachtelijke epilepsie
Johan zit in groep 3, een klas met 28 kinderen. Hij zit in het midden van het lokaal in een groepje van vier leerlingen. Als ik Johan in de klas observeer, valt me op dat het hem moeite kost de dagelijkse gang van zaken in de klas te volgen. Hij heeft nachtelijke epilepsie, wat betekent dat hij in zijn slaap voortdurend epileptische aanvallen heeft. Zijn nachtrust is daardoor van onvoldoende kwaliteit. Hierdoor is hij vaak vermoeid. Overdag heeft Johan geen aanvallen. Hiervoor slikt hij twee soorten anti-epileptica. Van deze medicatie is bekend dat het invloed heeft op het gedrag. In de klas valt op dat Johans informatieverwerking traag is. Het kost de jongen meer tijd om instructies te verwerken en zijn werktempo is lager dan dat van de meeste medeleerlingen. Hij kan zijn aandacht niet goed richten. Bovendien legt hij de lat hoog.
Passend onderwijs
De aanvallen ’s nachts verminderen nu Johan een tijdje medicatie slikt. Maar uit herhaald capaciteitenonderzoek blijkt dat zijn mogelijkheden afnemen. In het eerste gesprek met de ouders, leerkracht, intern begeleider en onderwijskundig begeleider bekijken we daarom Johans problematiek en de onderwijsvraag. De school is onder de indruk van de aard van de epilepsie en de gevolgen. De leerkracht is gemotiveerd ervoor te zorgen dat Johan de leerstof goed onder de knie krijgt. De specifieke zorgvragen van Johan moeten we zien te beantwoorden. We zoeken naar een aanpak die niet alleen voor hem geschikt is, maar die ook passend is voor de andere kinderen in de klas. In het contact met de leerkracht delen we ons enthousiasme over recente ontwikkelingen in het onderwijs, specifiek de aandacht voor ‘onderwijs dat werkt’ en de focus op leerkrachtvaardigheden.
Verbeteren van alertheid, aandacht en werktempo
Na het lezen van achtergrondinformatie gaan we aan de slag. In de klas proberen de leerkrachten verschillende werkwijzen uit binnen het ‘activerende directe instructiemodel’. Deze benaderingen richten zich op het verbeteren van alertheid, aandacht en werktempo. Het uitgangspunt hierbij is dat iedereen meedoet. Elke les starten alle leerlingen met de vraag ‘wat wil ik aan het eind van les bereikt hebben?’
Meer betrokkenheid bij alle kinderen
Uit een observatie een paar weken later blijkt dat Johan met meer aandacht de lessen volgt en dat hij zijn werk nu afkrijgt. De resultaten van het werk zijn goed. De andere kinderen laten ook meer betrokkenheid bij de les zien. De werkgroep met leerkrachten van groep 3 en 4 bespreekt de aanpak die de leerkracht van Johans klas toepast. De groep moet het leesonderwijs een impuls geven en heeft veel belangstelling voor de werkwijze. Na een voormeting van de leesvaardigheid voeren andere klassen ook de werkwijze van Johans leerkracht in. Uit een nameting blijkt dat alle kinderen bij het lezen vooruitgang hebben geboekt.