Opletten in de klas en het verwerken van prikkels
Veel leerlingen met epilepsie hebben aandachtproblemen die in de weg staan bij het leren en opletten in de klas. Deze leerlingen lijken soms wat ongeïnteresseerd of kijken slaperig om zich heen en kunnen niet altijd volgen wat de leerkracht vertelt. Anderen zijn juist uiterst gevoelig voor alle prikkels in hun omgeving, zoals aanrakingen, geluiden en drukte, waardoor zij soms erg heftig op de omgeving reageren. Dit gedrag kan veroorzaakt worden doordat leerlingen de prikkels uit hun omgeving niet goed kunnen verwerken, wat het leren negatief kan beïnvloeden.
De prikkelportier
Om goed te kunnen reageren op prikkels uit de buitenwereld is het van belang dat de juiste hoeveelheid zintuigelijke informatie (visus, gehoor, tast, reuk, smaak, evenwicht en lichaamsbesef) wordt gefilterd en wordt verwerkt door de hersenen. Het doorlaten van prikkels wordt geregeld door een zogenaamde ‘prikkelportier’ in het brein. Als dit niet goed gebeurt, bijvoorbeeld omdat het brein minder functioneel aangelegd is of omdat er medicatie gebruikt wordt, komen er te veel of juist te weinig prikkels binnen.
Onderprikkeling van het brein
Een strenge prikkelportier laat minder prikkels door, wat ervoor kan zorgen dat je relevante prikkels mist. We noemen dit onderprikkeling van de hersenen. Hierdoor is het bijvoorbeeld lastig om te volgen wat de leerkracht vertelt, voel je niet dat je kleding gedraaid zit, ben je slaperig of lijk je lui en ongeïnteresseerd.
Overprikkeling van de hersenen
Laat de prikkelportier juist te veel prikkels door, dan is er sprake van overprikkeling van het brein. Je hebt dan bijvoorbeeld veel last van geluiden die anderen helemaal niet waarnemen, of je kan er niet tegen dat mensen te dicht tegen je aan staan. Vaak zijn deze leerlingen gestrest, omdat er te veel op ze afkomt.
Kortom: zowel onder- als overprikkeling heeft invloed op je cognitie (bijvoorbeeld alertheid, waardoor je geheugen minder sterk kan zijn), je gedrag en dus ook het leren. Een goede prikkelverwerking, ook wel sensorische informatieverwerking genoemd, is een voorwaarde om tot leren te komen.
Opletten in de les
Tijdens de les proberen leerlingen de onder- of overprikkeling van hun brein zelf (onbewust) te compenseren. Zij proberen hun alertheidsniveau te beïnvloeden om de prikkels uit de omgeving zo goed mogelijk te kunnen verwerken. We noemen dit een actieve zelfregulatie. De leerling die onderprikkeld is, krijgt te weinig prikkels binnen en gaat daarom zelf op zoek naar (heftigere) prikkels door bijvoorbeeld te wiebelen, te praten, te bewegen of te kauwen. Bij de overprikkelde leerling zie je bijvoorbeeld dat het de handen over de oren houdt en prikkels vermijdt. Dit gedrag kan ongewenst zijn voor de omgeving, maar eigenlijk is het heel belangrijk om in te zien dat het juist nuttig kan zijn. De leerling probeert zichzelf namelijk alert te houden of te kalmeren, zodat hij weer kan opletten in de les.
De prikkelmeter: een hulpmiddel voor leerlingen en leerkrachten
Om inzicht te krijgen in het type gedrag van de leerling, werkt men op onderwijscentrum De Berkenschutse met de zo geheten ‘prikkelmeter’ uit het boek ‘Wiebelen en friemelen’ van Monique Thoonen. Deze prikkelmeter is een hulpmiddel dat leerlingen en leerkrachten helpt het gedrag te duiden en hierover in gesprek te gaan. Door de prikkelmeter en het gesprek met de leerling beseffen leerkrachten, dat zij zich vaak vergissen in de verschillende types ‘druk’ gedrag die bij leerlingen te zien zijn.
Verschillende types druk gedrag
Druk gedrag kan voorkomen omdat een leerling zich activeert vanuit onderprikkeling, maar ook omdat de leerling overprikkeld raakt of vanuit stress onrustig wordt. Het kan lastig zijn om als leerkracht onderscheid te maken tussen deze verschillende types druk gedrag. Dit onderscheid leren zien, is heel belangrijk om het gedrag van een leerling op de juiste wijze te kunnen reguleren. Het type druk gedrag zegt namelijk iets over wat de leerling op dat moment nodig heeft om weer op te letten in de les.
Advies van de onderwijskundig begeleider
Als onderwijskundig begeleider van het LWOE kom ik op veel scholen. Ik zie dat meerdere leerlingen, ook zonder epilepsie, prikkels vaak niet optimaal kunnen verwerken. Adviezen die ik aan leerkrachten geef voor het omgaan met bepaald gedrag door deze verstoorde prikkelverwerking, kunnen ingezet worden bij leerlingen met epilepsie, maar ook bij andere leerlingen die hier behoefte aan hebben.